Ze maken er een sport van: om ter snelst de merknaam van de voorbijrijdende auto benoemen.  “Welke auto is dat nu ook alweer, die met de cirkeltjes?”. Voor de vierde keer herhaalt grote broer geduldig de merknaam. “Ho, ik heb het geheugen van een goudvis.”, klaagt de jongste. “Of van een kanarie”, vul ik aan.
Thuis haal ik Op mijn hoofd uit het boekenrek. Ik lees het boek, samen met de jongste. Bas vraagt zich af wat die kanarie op zijn hoofd doet. En dan weet hij het weer. Na een rotopmerking van de juf, die zei dat hij een geheugen had als een kanarie. Bas is blij met zijn kanarie. En  bedenkt dat het toch maar goed was dat hij zijn versje niet kende, want stel dat juf had gezegd dat hij het geheugen had van een olifant!