Ze heeft haar baby bij. Een pop, die ze stevig vasthoudt aan haar arm. Ik kies boekjes uit voor haar baby. Neem de poppenhand vast en laat die over het slakkenhuisje gaan. Zij volgt, met haar vinger, kronkelend over het slakkenhuisje. Ze blijft veilig op haar kussentje zitten. Wijkt niet van haar plaats. Dicht bij mama. Niet veel later zit ze aan de andere kant van mijn verteldoek. Haar baby nog steeds dicht bij haar. Ik zet me voor haar, met het boek Ik voel een beer en nodig haar uit de beer te aaien. "Kijk, mama beer en haar baby. Lekker zacht. Voel maar..." Ze aait de beren en begint in het boekje te bladeren. Aait de poes, de uil en de vleermuis. En daar is plots de wolf. Met stugge haren en een vurig rode tong. Ze schrikt zichtbaar, kijkt op naar mama. Ze bladert snel weer verder. En terug. Ze zoekt de wolf. Raakt hem aarzelend en vluchtig aan, en zoekt ondertussen steun bij haar mama. Die aait haar lief over de wang en moedigt haar aan om de wolf te aaien. Dat doet ze. Om dan weer snel de bladzijde om te slaan. En weer terug. De wolf. Zo mooi om te zien hoe ze zelf de spanning weer opzoekt en haar grenzen verlegt. In de veilige nabijheid van haar mama.